Nieuw in het depot

 

63 paarden terug in Maastricht!

Juni 2016: aanlevering paardenskeletten aan depot
Het Grensmaas project leverde de afgelopen jaren vele interessante vondsten en sporen uit ons verleden op. In de zomer van 2010 stond Borgharen zelfs nationaal en internationaal in de belangstelling toen er geheel onverwacht een paardenmassagraf ontdekt werd. Nooit eerder werd in Europa een graf met zoveel paarden aangetroffen! Sinds eind juni 2016 zijn de paarden weer terug in Maastricht. Ze worden bewaard in het archeologisch depot van de gemeente.

paardenmassagraf vanuit de lucht
Foto: Het paardenmassagraf iets ten noorden van Borgharen vanuit de lucht (Ralph Faun)

          
Foto’s: Open dag 29 juni 2010. Druk bezocht door publiek. Ook de NOS, Teleac, Radio 5, RTL nieuws, Trouw Radio2, ANP, L1, TVLimburg De Limburger, Radio Limburg, Het Algemeen Dagblad, De Telegraaf, NRC Handelsblad, WDR radio, WDR localzeit Aachen, Associated Press en diverse lokale bladen waren vandaag aanwezig (Archeodienst BV.)

Onderzoek
Na de vondst werden de paardenskeletten onderzoeksklaar gemaakt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in samenwerking met studenten archeologie van de Saxion Hogeschool. Het daaropvolgende onderzoek heeft geresulteerd in een schat aan gegevens.

           
Foto’s: Opslag van de gewassen botten bij de RCE in Amersfoort (Archeodienst BV.)

          
Foto’s: Het wassen en uitprepareren van een paardenhoofd (Archeodienst BV.)

De paarden
De meeste paarden waren groot, volwassen, mannelijk en goed gevoed en verzorgd. Een groot deel zal zwaar werk hebben verricht, maar was daarvoor waarschijnlijk goed getraind. De paarden zijn niet geboren en getogen in Maastricht of omgeving maar in ten minste twee of drie andere gebieden, zo blijkt uit het onderzoek.

Geweld
In totaal zijn minstens 65 paarden vrijwel gelijktijdig in een minimaal 50 meter lange greppel begraven. Een paard lag twee meter voorop apart, de andere paarden volgden twee of drie hoog gestapeld in een aaneengesloten rij erachteraan. Bij de skeletresten van vijftien paarden zijn breuken of beschadigingen waargenomen, die mogelijk door geweld veroorzaakt zijn. Bij dertien paarden is een mogelijk kogelgat aangetroffen en bij nog eens twaalf paarden is daadwerkelijk een kogel aangetroffen. Het vondstmateriaal maakt duidelijk dat de verwondingen zijn opgelopen tijdens militaire handelingen ergens tussen de 16e en 19e eeuw. De paarden kunnen ofwel direct hieraan zijn overleden of als gevolg van de zware verwondingen zijn afgemaakt.  De meeste kogelinslagen bevinden zich aan de voorzijde van de paarden. Dit wijst op een frontale charge tussen twee ruiters.

Foto: Slagwond op een dijbeen (Archeodienst BV.) Foto: Kogelinslag in een rib (Archeodienst BV.)


Veldslagen
Maastricht is in het verleden herhaaldelijk belegerd. Het onderzoeksgebied lag in 1579, 1632, 1673 en 1794 in ieder geval in de veldlinies. De golvende vorm van de greppel waarin de paarden begraven lagen duidt op een benaderingsgreppel van de aanvallende partij of een circumvallatielinie van de verdedigers, die kort na de belegering in één keer dichtgegooid is. De paarden zijn waarschijnlijk tijdens of als gevolg van een veldslag gestorven en in de nog openliggende greppel gelegd.

Wanneer zijn ze gestorven?
Het is moeilijk om de precieze datum van overlijden van de paarden te bepalen. Op basis van de vorm van een gesp van een paardentuig concluderen de onderzoekers dat een datering van het massagraf na 1750 waarschijnlijk is. Een pijpenkop, gevonden onder de paarden, dateert ook van na 1750. De overige vondsten, zoals kogels en hoefijzers, zijn minder nauwkeurig te dateren. Toch is het niet uit te sluiten dat deze vondsten op een ander moment in de opgevulde greppel terechtgekomen zijn. In het gebied tussen Borgharen en Itteren komen bijvoorbeeld veel mollengangen voor. Die kunnen dwars door verschillende bodemlagen heen gaan en materiaal verplaatsen van de ene naar de andere laag. Dit is enkele jaren eerder duidelijk aangetoond toen in het nabijgelegen Merovingische grafveld een plastic tissuezakje van recente datum door een mollengang in een vroegmiddeleeuwse context was terchtgekomen. Een andere mogelijkheid die niet is uit te sluiten, is het vermengen van bodemlagen doordat lege ruimtes binnen vergane paardenskeletten worden opgevuld met nagezakte aarde uit recentere geroerde grond. De gesp kan dus in theorie ook eerder of later dan de paardenskeletten in de bodem terecht zijn gekomen.

Foto: De gevonden hoefijzers (op de foto met zes en acht gaten en met spijkers) komen voor in de 16e tot en met 18e eeuw (Archeodienst BV.)

 

                 
Foto: Bronzen gesp met leer, aangetroffen op de nekwervel van een paard. 1790-1840. (Archeodienst BV.) Foto: Pijpenkop met vissenkopvoorstelling. Gevonden onder een van de paarden. Na 1750. (Archeodienst BV.)

         

            

Foto: De loden kogels uit het paardengraf: voornamelijk pistoolkogels. 16e-19e eeuw (Archeodienst BV.)

Afbeelding: Pistoolgevecht te paard (detail van schilderij Pieter Meulenaar, 1649)

1632
Een beleg tijdens de 80-jarige oorlog dat Borgharen duidelijk in verband brengt met cavalerie-eenheden ter plekke is dat van stadhouder Frederik Hendrik in 1632. Uit historische bronnen weten we dat hij namens de Staten-Generaal de vestingstad Maastricht wilde bevrijden van de Spaanse overheerser. Op 10 juni kwam Frederik Hendrik bij Maastricht aan, met een 17.000 soldaten tellende infanterie, en een 4000 paarden en strijders tellende cavalerie. Zijn hoofdkwartier lag op de Dousberg. Bij Borgharen, waar het paardengraf gevonden is, waren graaf Van Limburg Stirum en zijn cavaleristen gelegerd. Er is een kaart gevonden van dit beleg waar op de plek van het paardengraf een ruiterschans en circumvallatielinie getekend staat. Bij de Maas ligt een schipbrug. 1632 lijkt echter te vroeg als men ervan uitgaat dat de daterende vondsten (ná 1750) daadwerkelijk tegelijkertijd met de paarden in het graf terecht zijn gekomen. Maar zoals hiervoor al werd aangetoond kunnen de gesp en pijpenkop ook later tussen de begraven paarden terecht zijn gekomen. Uitgaande van de archeologische, historische en iconografische gegevens zijn de archeoloog Wim Dijkman en de historicus Emile Ramakers, beiden werkzaam bij de gemeente Maastricht, van mening dat de paarden tijdens het beleg van 1632 zijn gesneuveld.

Afbeelding: Het beleg in 1632, uitsnede ter hoogte van Borgharen ‘met cavalerie’    (Atlas van Loon, 1649)

Afbeelding: het beleg van 1794, uitsnede (Nationaal Archief, Den Haag, inv.nr. M70)

1794
In 1794 werd de stad aangevallen door de Franse Republiek, onder leiding van generaal Kléber. Ook van deze belegering is er een kaart met linies voorhanden. Op het hoogtepunt was Maastricht door Franse loopgraven omsloten en had het Franse leger 80.000 manschappen gelegerd voor de stad. Zij hadden minstens 4000 manschappen cavalerie. Eind september 1794 bevindt Borgharen zich in Franse handen. Of ter plekke van Borgharen ook Franse cavalerie aanwezig was is onbekend. Het is wel opgetekend dat cavalerie verdeeld werd langs de Maas tussen Maastricht en Roermond. De belegering door de Fransen in 1794 als toneel voor het paardenmassagraf past ook in het beeld van de gesp en pijpenkop die men bij de paarden aantrof. Volgens de opgravers is1794 op basis van alle aanwijzingen uit het onderzoek op dit moment de meest waarschijnlijke datering van het graf.

Laatste rustplaats…of toch niet?

In 2016 is het basisonderzoek door Archeodienst afgerond en het omvangrijke rapport gedrukt. De skeletten zijn netjes verpakt in zakken en dozen. Sommige skeletdelen, zoals de lange pijpbeenderen en voeten zijn redelijk tot goed bewaard. Schedel, ribben en wervels zijn doorgaans slechter bewaard gebleven. Eind juni werden alle paardenskeletten bij het gemeentelijk depot voor bodemvondsten Maastricht (GDBM) aangeleverd.

Hoewel alle? Nee, dat klopt niet helemaal. Een paard is al sinds 2011 in bruikleen bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het kan daar bewonderd worden in de vaste opstelling. Een tweede paard is te bekijken in de tentoonstellingsruimte van Kasteelhoeve Hartelstein. De overige 63 paardenskeletten liggen veilig in ons depot, totdat ze worden uitgeleend voor verder onderzoek of expositie.

 


Foto: Paardnr. 60 in het RMO (Archeodienst BV.)

 

 
Foto: De aanlevering aan het depot

         
Foto: Een uitgeklapte 360-gradenfoto van de tentoonstellingsruimte in Kasteelhoeve Hartelstein. (Archeodienst BV.) 

Blijvende herinnering
Op de plek van het paardenmassagraf werd op 22 april een kunstwerk onthuld van 65 grote Maaskeien, als blijvende herinnering aan het graf.


Foto: Kunstwerk voor paardengraf (Wouter Nelissen ,L1)

Lees of bekijk ook: 

 

Het massapaardengraf van Borgharen